
Meer melk uit droge maïs
Op papier lijkt het nog een prima maiskuil, maar in de praktijk blijkt er lastig van te melken. Dat is waar veel veehouders, die op dit moment de maisoogst van 2022 aan het voeren zijn, mee te dealen hebben.
Wat betreft de ruwvoerwinning was 2022 wederom geen gemiddeld jaar. Over het algemeen zien we dat de maïs droger is ingekuild dan normaal. Doordat de maïs noodrijp of te rijp was op het moment van hakselen, vormen drogestofgehaltes van ruim 40% of zelfs 50% geen uitzondering. Per regio zien we wel verschillen.
Liters blijven achter
Door de droogte is de kolfzetting niet goed op gang gekomen, waardoor het aandeel zetmeel lager is dan we gewend zijn. Desondanks blijft door de hoge verteerbaarheid van de hele plant de voederwaarde op papier stabiel. Maar op veel bedrijven met maïs in het rantsoen geven de koeien wat anders aan en valt het niet mee het productieniveau op peil te krijgen. De gehaltes zijn veelal goed, maar de liters blijven achter.
Onverteerbare maïskorrels zichtbaar
Zuren en vocht zorgen voor het beter beschikbaar komen van het zetmeel. Daarom moet maïs ook minimaal de eerste twee maanden na het inkuilen dicht blijven voor het beste resultaat. Om zuren te produceren, hebben bacteriën vocht nodig. Maar bij inkuilen met een drogestofgehalte van meer dan 40% blijft de productie van zuren achter. Hierdoor is en blijft de maïs bestendiger dan we gewend zijn. Dit zien we ook terug bij het insemineren van de koeien. Tijdens het insemineren zijn onverteerde (stukjes) maïskorrel goed te voelen en zichtbaar. De mest is door het zetmeel vaak wat lichter van kleur en steviger van structuur.


Dikke darmverzuring
Bij maïsrijke rantsoenen zien we dat veel bestendig zetmeel in de darmen terechtkomt, waar het dier niet goed raad mee weet. Hierdoor levert de snijmaïs uiteindelijk minder energie op, omdat meer onverteerd zetmeel in de mest terechtkomt. Een overschot aan bestendig zetmeel kan bovendien leiden tot vorming van ongewenste bacteriën, zoals E. Coli, die een trigger zijn voor het leaky gut syndroom. Hierdoor wordt de weerstand van het dier zwaar op de proef gesteld. Wanneer dikke darm verzuring optreedt als gevolg van te veel bestendig zetmeel vinden we veel darmslijm terug in de mest. Ook zien we dan dat de mest schuimt en bubbels heeft. Dit zijn koesignalen die aangeven dat de vertering niet optimaal verloopt.
Haal meer uit een maïsrantsoen
Kortom, rantsoenen met drogere maïssilages zorgen nu voor de nodige uitdagingen. Inzet van FarmPEQ digeSt Plus zorgt ervoor dat de zeer harde eiwitstructuur, waarin o.a. het zetmeel is opgesloten, beter wordt afgebroken. Daarnaast stimuleert FarmPEQ DigeSt de omzetting van bestendig zetmeel naar zetmeel dat in de pens beschikbaar is (onbestendig). Hierdoor komt er meer energie vanuit de maïs in de pens vrij. Doordat meer pensenergie beschikbaar komt, zullen meer bacteriën en in het bijzonder de vezelverterende bacteriën in de pens zich beter ontwikkelen. Het voordeel hiervan is dat onder andere het penseiwit beter benut wordt, meer voedingsstoffen beschikbaar komen en de stikstofefficiëntie verbetert.
Merkt u ook dat met dit maïsrantsoen de productie van uw koeien achterblijft? En ziet u aan de mest dat de vertering niet optimaal verloopt? Informeer dan bij een van onze rundveespecialisten.