Droogzetten, ga voor zekerheid

In de testfase werden 116 koeien op 10 verschillende bedrijven drooggezet met behulp van TEATsealer. Volgens de richtlijnen werd naast TEATsealer curatief antibiotica ingezet. Van alle koeien werd het celgetal voor droogzetten en na afkalven genoteerd. Als grenswaarde werd 150.000 cellen gehanteerd. In de test hadden 85 dieren voor het droogzetten een celgetal onder 150.000. Hiervan hadden 71 dieren bij het eerste meetmoment na afkalven een celgetal onder 150.000 en 14 dieren (16%) boven de 150.000. Gemiddeld raakt in Nederland 21% van de dieren geïnfecteerd (bij een grenswaarde van 150.000 cellen). Andersom zagen we bij de dieren die voor de droogstand een celgetal boven de grenswaarde hadden, dat bij 68% van de koeien celgetal na afkalven gezakt was onder 150.000 cellen.

85% van hoog naar laag

Wordt de grenswaarde op 200.000 cellen gelegd dan is bij 85% van de koeien het celgetal na afkalven gedaald tot onder de grenswaarde. Tijdens de evaluatie van de droogstand stelt de Gezondheidsdienst voor Dieren dat het percentage van de dieren dat met een verhoogde celgetal (> 250.000 voor een koe en > 150.000 voor een vaars) de droogstand in gaat en na afkalven een laag celgetal (< 250.000 cl/ml) heeft, meer dan 70% moet zijn. In de testfase werd deze grens ruimschoots gehaald.

Vertrouw op TEATsealer

Jan Franke uit Ochtrup was één van de bedrijven waar TEATsealer werd getest. Het celgetal voor en na de droogstand werd gemonitord. Na een succesvolle proefperiode duurde het niet lang voordat de eerste bestelling voor TEATsealer volgde. ‘Er is niks irritanter dan een koe die afkalft met een verhoogd celgetal’, stelt Franke. De van oorsprong Nederlandse melkveehouder melkt in het Duitse Ochtrup samen met zijn compagnon Christian Haarman 250 koeien. Sinds een jaar vertrouwt hij tijdens de droogstand op de bescherming van TEATsealer. ‘Ik ga voor zekerheid. Koeien met een hoog celgetal en problemen in het verleden behandel ik met antibiotica en dip ik na met Udder Dry. Bij de koeien die geen problemen met het celgetal hebben en waarbij de productie al voldoende is gezakt, vertrouw ik op TEATsealer’.

Gemakkelijk en geen restanten

Zes weken voor de uitgetelde datum zet Jan zijn koeien droog. ‘Twee à drie dagen voor de droogzetdatum zet ik de koeien op water en hooi om de melkdruk te verlagen. De dag erop melk ik ze nog één keer totdat de productie gezakt is tot 10-12 liter en dan zet ik haar droog’. Nadat de koe goed is uitgemolken, ontsmet hij in de melkstal de spenen, beginnend met de speen die het verst van hem af staat. Vervolgens wordt de TEATsealer toegediend en worden de spenen na behandeld met een spenendip. ‘TEATsealer is makkelijk toe te dienen en na het afkalven zie je er niets meer van terug in de biestmelk. Voorheen moest je de droogzetter wegmelken, dat kreeg je er nooit helemaal uit. Als ik nu vlokken in de melk zie, hoef ik niet meer te twijfelen en kan ik direct actie ondernemen’. 

Geen risico

De ondernemers nemen de uiergezondheid op hun bedrijf heel serieus en dat is terug te zien in het gemiddeld celgetal wat rond 125.000 cellen schommelt. Er wordt dan ook geen risico genomen voor wat betreft het droogzetten. ‘Ik kijk wat voor de koe het beste is en afhankelijk daarvan bepaal ik hoe de koe droog gezet wordt. Er zijn verschillende variaties mogelijk. Alleen preventief met TEATsealer of in combinatie met antibiotica of Udder Dry. En in de zomerperiode zijn er misschien wel koeien waarbij ik kies voor een driedubbele zekerheid’, besluit Franke.