Amerikaanse fokwaarden, hoe moet ik deze lezen?
Om de genetische
potentie van een stier inzichtelijk te maken, gebruiken we Amerikaanse
fokwaarden. Deze bevatten de originele informatie van een stier, waardoor de
betrouwbaarheid van deze fokwaarden hoger is.
Het belangrijkst verschil tussen Amerikaanse en
Nederlands-Vlaamse fokwaarden betreft de interpretatie van de cijfers. De
Amerikaanse fokwaarden geven het deel van de erfelijke aanleg weer, dat
effectief wordt doorgegeven aan de nakomelingen. Nederlandse fokwaarden daarentegen
geven de werkelijke erfelijke aanleg van een stier weer, waarvan hij de helft
doorgeeft aan zijn nakomelingen.
TPI = Total Performance Index
(G)TPI is de Amerikaanse totaal index waarop stieren worden gerangschikt. Net als met NVI kunnen we hiermee stieren onderling vergelijken. De TPI-index bestaat uit een combinatie van productie, exterieur en gezondheid. De wegingsfactor is als volgt verdeeld: 46% productie, 26% exterieur en 28% gezondheid.NetMerrit
De NetMerrit (NM$) is ook een totaal index maar dan meer op economisch vlak. Het geeft inzicht in de netto-meeropbrengst die dochters van een stier leveren gedurende hun leven. De wegingsfactor voor NetMerrit is als volgt verdeeld: 43% productie, 16% exterieur en 41% gezondheid.
Melkproductie
Exterieurkenmerken
De Amerikaanse exterieurkenmerken worden weergeven in een standaardafwijking. Het gemiddelde in Amerika is 0 en de spreiding is 1 punt. Voor NL/VL-fokwaarden geldt een gemiddelde van 100 met een spreiding van 4 punten. Eén punt in Amerika staat dus voor 4 punten in de NL/VL-fokwaarden. Bijgevoegde grafiek geeft de vergelijking weer tussen de Amerikaanse en Nederlands-Vlaamse fokwaarden.Grafiek 1. Vergelijking Amerikaanse en Nederlands-Vlaamse fokwaarden
PL = Product Life
Levensduur wordt in Amerika uitgedrukt in Productief Leven (PL). Deze wordt weergegeven in maanden. Elk punt staat voor een maand verlenging van het productieve leven van de nakomeling. De NL/VL-fokwaarden staat voor het verlengen van het leven van de stier. Daarbij moet de fokwaarden van de stier gedeeld worden door 2 om de werkelijke verlenging van het leven van de nakomeling te weten. Als laatste is een gemiddelde koe ongeveer 60 procent van haar leven productief. Om de dagen tussen NL/VL-fokwaarden en Amerikaanse fokwaarden te kunnen vergelijken, moet de NL/VL-fokwaarden door 2 worden gedeeld en daarna worden vermenigvuldigd met 0.6. Bijvoorbeeld: een stier met 500 dagen levensduur kun je vergelijken met 5 punten PL (500 levensduurdagen / 2 = 250 *0.6 = 150 productiedagen, 5 PL * 30 dagen = 150 productiedagen).
DPR = Daughter Pregnancy Rate
Dochtervruchtbaarheid wordt in uitgedrukt in percentage. Hierbij staat +1 gelijk aan 1% hogere kans op dracht per cyclus. Dit staat weer gelijk aan een kortere tussenkalftijd van 4 dagen.SCS = Somatic Cell Score
De celgetalfokwaarde laat zien hoe de melkgevende dochters van de stier qua celgetal scoren. Het gemiddelde van Amerika is 3,10. Elke 0,20 punt lager staat voor 10.000 cellen wat gelijk staat aan 4 punten in Nederland. Hoe lager de score des te gunstiger. Scoort een stier 2,60 in Amerika is dit in Nederland 110.
SCE = Sire Calving Ease
De fokwaarde voor geboortegemak geeft het percentage moeilijke geboorte bij vaarzen weer die voor de eerste keer afkalven. Het gemiddelde is 2,2%. Pinkenstieren scoren onder de 2,2% voor geboortegemak.
Referentiepopulatie
Nog een ander belangrijk verschil tussen beide fokwaarden is de basis waarop deze berekend worden. Onder de referentiepopulatie vallen alle dieren waarvan de gemiddelden en standaardafwijkingen berekend worden. Voor de NL/VL-fokwaarden fokwaarden zijn dit ongeveer 1,5 miljoen Nederlandse en Vlaamse dieren. Voor de berekening van de Amerikaanse fokwaarden worden de gegevens van alle dieren, die aangesloten zijn bij een erkend stamboek meegenomen. Dus ook van dieren die buiten Amerika staan. In totaal zijn er 250 miljoen dieren hiervoor beschikbaar, wat zorgt voor een grotere potentiële referentiepopulatie.
Betrouwbare genomicfokwaarde
Naast de referentiepopulatie is er ook een genomic database. Hierin wordt gekeken welk DNA punt voor bepaalde kenmerken zorgt. Het is niet bekend hoeveel dieren er in de genomic database van Nederland en Vlaanderen zijn opgenomen. Wél is bekend dat de gehele Nederlands-Vlaamse referentiepopulatie uit 1,5 miljoen dieren bestaat. In Amerika bestaat deze database uit meer dan 5 miljoen dieren. Hierdoor kan er een goede inschatting gemaakt worden van de verwachte fokwaarde. De genomic fokwaarde heeft dus een hogere betrouwbaarheid.
Betrouwbare genomicfokwaarde
Naast de referentiepopulatie is er ook een genomic database. Hierin wordt gekeken welk DNA punt voor bepaalde kenmerken zorgt. Het is niet bekend hoeveel dieren er in de genomic database van Nederland en Vlaanderen zijn opgenomen. Wél is bekend dat de gehele Nederlands-Vlaamse referentiepopulatie uit 1,5 miljoen dieren bestaat. In Amerika bestaat deze database uit meer dan 5 miljoen dieren. Hierdoor kan er een goede inschatting gemaakt worden van de verwachte fokwaarde. De genomic fokwaarde heeft dus een hogere betrouwbaarheid.
Fokwaarde | Wat geeft het aan? | Berekening / omrekenfactor | |
Total Performance Index (TPI) | USA | Totaal fokwaarde index | Productie 46 % Exterieur 26 % Gezondheid 28 % |
NetMerrit (NM$) | USA | Economische fokwaarde index | Productie 43 % Exterieur 16 % Gezondheid 41 % |
Melkproductie | USA NL/VL | De gemiddelde extra productie van de dochters (305 dgn) in ponden (lbs) Genetische aanleg van de stier: de helft wordt doorgegeven aan de dochters in kilogrammen melk | Delen door 2,2 (1000 lbs = 454 kg) Delen door 2 |
Exterieur | USA NL/VL | Afwijking van het gemiddelde = 0, spreiding is 1 punt Afwijking van het gemiddelde = 100, spreiding is 4 punten | 1 punt Amerikaans = 4 punten NL/VL 4 punten NL/VL = 1 punt Amerikaans |
Productief Leven (PL) | USA NL/VL | 1 punt is een maand verlenging van het productieve leven van de nakomeling Aantal dagen dat de nakomeling ouder wordt. Fokwaarde van de stier delen door 2 en maal 0,6 geeft het verlengen van het productieve leven in dagen weer. | Maal 30 Delen door 2 en maal 0,6 |
Daughter Pregnancy Rate (DPR) | USA | Dochtervruchtbaarheid: +1 is 1% hogere kans op dracht per cyclus | 1 punt is 4 dagen kortere tussenkalftijd |
Somatic Cell Score (SCS) | USA NL/VL | Celgetalfokwaarde: gemiddelde is 3,0. Hoe lager de score, hoe gunstiger Gemiddelde is 100 en de spreiding is 4 punten | 0,2 is 10.000 cellen is +4 punten NL/VL |
Sire Calving Ease (SCE) | USA NL/VL | % moeilijke geboorten bij vaarzen. Gemiddelde is 2,2. Pinkenstier < 2,2 Gemiddelde is 100 en de spreiding is 4 punten |